Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En hij hield bij hen zeer aan, zodat zij tot hem inkeerden, en kwamen in zijn huis; en hij maakte hun een maaltijd, en bakte [5]ongezuurde koeken, en [6]zij aten. 5. Die eerder vaardig konden zijn, opdat zij zich te spoediger ter rust mochten begeven. Verg. boven hfdst.13 vs.2. 6. Zie boven hoofdstuk hfdst.18 vs.2.